De nederlandse wapenwetgeving staat wereldwijd bekend als zeer streng in vergelijking met de ons omringende landen. Het doel van deze wetgeving is om het illegaal bezit van wapens tegen te gaan en het legaal bezit van wapens te beheersen en te controleren.
Voor u als (toekomstig) wapenbezitter betekent dit dat u zich, ten opzichte van andere burgers, in een bevoorrechte uitzonderingspositie bevindt. Immers, u bent na een zorgvuldige afweging, door de overheid gerechtigd tot het voorhanden hebben van vuurwapens. Aan het toekennen van deze bevoegdheid ging een procedure vooraf, waarbij u werdt “gescreend” en waarbij het belang met het oog waarop u de vuurwapens voorhanden wilt houden zorgvuldig werdt gewogen.
Uiteraard wordt van u verwacht dat u op een verantwoorde en zorgvuldige wijze met uw vuurwapens omgaat. Als jager of als sportschutter heeft u uiteraard geleerd om uw wapens zodanig te hanteren dat de kans op ongelukken zo klein mogelijk is. Met het oog op de veiligheid bij de omgang met vuurwapens en op mogelijke diefstal van uw vuurwapens, zijn aan het verlof tot het voorhanden hebben van vuurwapens een aantal “voorschriften” verbonden.
Voorschriften
Voorschriften, verbonden aan een verlof tot het voorhanden hebben van vuurwapens.
Tijdens het vervoer (uiteraard alleen indien het vervoer is toegestaan) dient het wapen, alsmede de munitie, zodanig to zijn ingepakt dat het niet voor onmiddellijk gebruik kan worden aangewend. Het wapen dient ontladen en ontspannen te zijn. In een eventueel aanwezige patroon houder mogen zich geen patronen bevinden.
Dit voorschrift beoogt het misbruik van het wapen en ongelukken daarmee tegen te gaan. Immers, het doel van het verlof vereist niet dat het wapen geladen en gebruiksklaar wordt meegevoerd. Daarom mag het wapen ook niet in een draagholster worden vervoerd.
Het wapen en de munitie worden tijdens het vervoer niet onbeheerd in een vervoermiddel achtergelaten.
Dit voorschrift is opgenomen om de kans op diefstal te verkleinen. Het zal u ongetwijfeld bekend zijn dat dagelijks vele malen in auto’s wordt ingebroken.
Het wapen en de bijbehorende munitie worden bewaard in afzonderlijke, deugdelijke wapenkluizen.
De meeste inbrekers zijn ‘gelegenheidsinbrekers”. Zij werken niet met een van tevoren vastgesteld plan of doelwit. Zij gaan op zoek naar een voor hen geschikte woning en besluiten dan om daar op dat moment in te breken. De maatregelen die u moet treffen om diefstalvan uw wapens te voorkomen, moeten in ieder geval toereikend zijn om deze categorie inbrekers te kunnen weerstaan.
Mocht u het slachtoffer worden van een inbreker die doelbewust komt om uw wapens weg te nemen, dan zal hij op die diefstal zijn voorbereid en eventueel zelfs gereedschap bij zich hebben om een kluis te kraken of zelfs geheel mee te nemen.
Het is dus moeilijker om u tegen deze categorie inbrekers te beschermen. toch moeten uw diefstalwerende maatregelen zodanig zijn dat ook voor deze inbrekers een zo hoog mogelijke drempel wordt opgeworpen.
Enkele praktische aanwijzingen:
Natuurlijk is een speciaal voor het doel vervaardigde wapenkluis de beste oplossing. Deze kluis moet zijn voorzien van een afzonderlijk afsluitbaar vak voor uw munitie en eventueelvoor uw geweergrendels. Ook moet deze kluis van binnenuit stevig aan een muur worden verankerd. Dergelijke kluizen zijn in verschillende prijsklassen verkrijgbaar, maar zijn in veel gevallen goedkoper dan een vuurwapen. Een
Erkende wapen-kluishandelaar kan u hierover voorlichten.
Controle door de politie
Bij een eerste verlofaanvraag dient de vertegenwoordiger van de Korpschef – middels een bezoek aan de locatie waar het wapen en / of de munitie opgeslagen zal gaan worden – te controleren of de aanvrager beschikt over een opbergplaats die voldoet aan de eisen voor het opbergen van wapens en munitie. Deze controle wordt, in verband met de mogelijk daaruit voor de aanvrager voortvloeiende consequenties, zoals de aanschaf van een wapenkluis of de aanpassing van een bergplaats, pas gedaan als vast staat dat het verlof kan worden verleend. De minister van justitie heeft de korpschef van de regionale politiekorpsen opgedragen om tenminste eenmaal per jaar de verlofhouders, door middel van een onaangekondigd huisbezoek te controleren.
Bij de controles wordt vooral gelet op de volgende punten:
- Het/de wapen(s) welke door u voorhanden worden gehouden, moeten beantwoorden aan de omschrijving op het verlof.
- U mag geen andere dan bij die genoemde wapens behorende munitie voorhanden hebben.
- Uw wapens en/of munitie moeten gescheiden op de juiste wijze zijn opgeborgen.
Als bij deze controles blijkt dat u zich niet aan de gestelde voorschriften houdt, dan zal de politie uw verlof en wapens innemen. Bovendien kan uw verlof ook worden ingetrokken als u een strafbaar feit pleegt, dat niets met de wapenwetgeving te maken heeft. Zie ook bijlage info erkenning los kruit.